• Landelijk werkzaam
  • Persoonlijk bezoek
  • Één vast aanspreekpunt
  • Gratis rechtshulp

Deelgeschil over aansprakelijkheid luchtvaartmaatschappij bij letselschade afgewezen

Door: Lisa Fluit
Leestijd: 3 minuten

Op 31 januari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure over letselschade die een passagier zou hebben opgelopen tijdens een internationale vlucht. De passagier claimde dat een stewardess een beker met hete thee over zijn schoot en geslachtsdeel had laten vallen, waardoor hij tweedegraads brandwonden zou hebben opgelopen. Hij verzocht de rechter om te verklaren dat de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk is op grond van het Verdrag van Montreal. De rechtbank wees het verzoek af omdat het incident onvoldoende kon worden bewezen en de zaak zich niet leende voor een deelgeschil.

Casus

De passagier in kwestie vloog op 21 mei 2022 met de luchtvaartmaatschappij van Abu Dhabi naar Amsterdam. Enkele minuten voor de landing zou een stewardess per ongeluk een beker met hete thee over zijn schoot hebben laten vallen. De passagier stelde dat hij hierdoor tweedegraads brandwonden had opgelopen en vroeg schadevergoeding voor de geleden schade, inclusief medische kosten en andere gevolgschade. Hij beriep zich op artikel 17 lid 1 van het Verdrag van Montreal, waarin is vastgelegd dat een luchtvaartmaatschappij aansprakelijk is voor letsel dat aan boord van een vliegtuig wordt opgelopen.

De luchtvaartmaatschappij betwistte de claim en voerde aan dat er geen melding was gemaakt van het incident aan boord. Volgens haar protocollen zou er bij een dergelijk incident een rapport zijn opgesteld en zou medische hulp zijn ingeschakeld. Omdat er geen melding is geregistreerd, stelde de luchtvaartmaatschappij dat het incident waarschijnlijk niet had plaatsgevonden of dat het onvoldoende kon worden bewezen.

Deelgeschil vliegtuig

 

Juridisch kader

Het Verdrag van Montreal regelt de aansprakelijkheid van luchtvaartmaatschappijen bij schade of letsel van passagiers. Artikel 17 lid 1 stelt dat een luchtvaartmaatschappij aansprakelijk is voor schade bij overlijden of lichamelijk letsel van een passagier indien het incident aan boord van het vliegtuig heeft plaatsgevonden. De luchtvaartmaatschappij kan alleen onder deze aansprakelijkheid uitkomen als zij kan aantonen dat de schade niet het gevolg is van haar nalatigheid of dat de schade uitsluitend is veroorzaakt door een derde partij. Meer informatie over het juridisch kader bij luchtvaartongevallen, vindt u in deze blog van ons.

Een deelgeschilprocedure, zoals deze door de passagier was aangespannen, is bedoeld om een specifiek juridisch geschilpunt op te lossen zonder een volledige bodemprocedure te starten. Dit kan een snelle en efficiënte manier zijn om aansprakelijkheid vast te stellen, zodat partijen verder kunnen onderhandelen over de schadevergoeding. Echter, een deelgeschil leent zich niet voor complexe bewijsvoering of uitgebreide instructies.

Uitspraak: onvoldoende bewijs en ongeschiktheid voor deelgeschil

De kantonrechter oordeelde dat zonder nadere bewijslevering niet kon worden vastgesteld dat het incident daadwerkelijk had plaatsgevonden. De luchtvaartmaatschappij had overtuigende argumenten en bewijsstukken overgelegd waaruit bleek dat er geen melding van het incident was gedaan door het cabinepersoneel. Daarnaast stelde zij dat de door de passagier ingebrachte foto’s en e-mails onvoldoende aantonen dat het incident had plaatsgevonden, mede omdat de foto’s niet overeenkwamen met het interieur van haar vliegtuigen.

Omdat verdere bewijslevering noodzakelijk zou zijn, was de zaak ongeschikt voor een deelgeschilprocedure. De rechtbank overwoog dat het doel van een deelgeschil is om een snelle beslissing te verkrijgen die bijdraagt aan een buitengerechtelijke oplossing. Wanneer een zaak uitvoerig bewijsvergaring vereist, is een reguliere bodemprocedure de aangewezen weg.

Daarom wees de kantonrechter het verzoek van de passagier af en oordeelde hij dat de deelgeschilprocedure onnodig was ingesteld. De kosten van het deelgeschil werden niet begroot en kwamen niet voor vergoeding in aanmerking.

Gevolgen van deze uitspraak voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen

Deze uitspraak benadrukt het belang van het tijdig en correct melden van incidenten aan boord van een vliegtuig. Passagiers die letselschade oplopen tijdens een vlucht moeten direct melding maken bij het cabinepersoneel en indien mogelijk bewijs verzamelen, zoals getuigenverklaringen en foto’s maken. Dit kan cruciaal zijn om een eventuele schadeclaim te kunnen onderbouwen.

Voor luchtvaartmaatschappijen is deze uitspraak een bevestiging dat zij goed moeten documenteren wat er tijdens een vlucht gebeurt. Het correct bijhouden van   incidentrapporten en protocollen kan helpen om ongegronde claims te weerleggen.

Conclusie

De uitspraak van de Rechtbank Rotterdam laat zien dat een deelgeschil niet geschikt is voor zaken waarin het bewijs ter discussie staat. De door de passagier ingebrachte foto’s en e-mails, waren niet toereikend genoeg om aansprakelijkheid vast te stellen.

Bent u slachtoffer van een luchtvaartongeval en wilt u weten wat uw rechten zijn? Dan raden wij u aan contact op te nemen met een van onze experts.  Wij helpen u graag bij het verhalen van uw schade.

Gratis hulp en advies
  • Binnen 24 uur contact
  • Eén vast aanspreekpunt
  • Persoonlijke aanpak
  • Gratis rechtshulp
  • Landelijk werkzaam

    Gratis hulp en advies
    (c) copyright Stipt letselschade | Klachtenregeling | Algemene Voorwaarden | Sitemap | Privacyverklaring