Door: Lisa Fluit
Leestijd: 5 minuten
Nederland is een echt fietsland, maar helaas is het ook een land waar stormen regelmatig voor gevaarlijke situaties zorgen. Een fietsongeval na een storm kan gebeuren door allerlei oorzaken, zoals omgevallen bomen en losliggende takken. Maar wie is aansprakelijk als u als fietser letselschade oploopt door zo’n situatie?
In deze blog onderzoeken we de aansprakelijkheid bij een fietsongeval na een storm en bespreken we de relevante wetgeving.
Stormen brengen diverse risico’s met zich mee voor fietsers. Hierbij kunt u denken aan:
Deze situaties kunnen leiden tot ongelukken met ernstige gevolgen, zoals het oplopen van letsel(schade).
Het vaststellen van aansprakelijkheid bij een fietsongeval na een storm kan ingewikkeld zijn, omdat er verschillende partijen in het spel kunnen zijn. Hierbij kijken we naar drie mogelijke aansprakelijke partijen de wegbeheerder, een andere weggebruiker, en de fietser zelf.
In veel gevallen is de wegbeheerder, zoals de gemeente of provincie, verantwoordelijk voor de staat van de weg en de directe omgeving. Als een ongeval met bijvoorbeeld een fietser wordt veroorzaakt door slecht onderhoud aan de weg, zoals losliggende tegels of omgewaaide bomen die niet op tijd zijn opgeruimd, kan de wegbeheerder aansprakelijk worden gesteld.
De aansprakelijkheid van de wegbeheerder wordt geregeld door artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel bepaalt dat de bezitter van een gebrekkige opstal, zoals een weg, aansprakelijk is voor schade die door dat gebrek wordt veroorzaakt. Een opstal omvat niet alleen gebouwen, maar ook infrastructuur zoals wegen, fietspaden en bruggen.
Echter, als het gaat om een storm of andere extreme weersomstandigheden, kan het moeilijker zijn om de wegbeheerder aansprakelijk te stellen.
De aansprakelijkheid wordt dan namelijk beheerst door de vraag of de wegbeheerder heeft voldaan aan zijn zorgplicht . Op de wegbeheerder rust namelijk een verplichting er zorg te dragen dat de toestand van de weg de veiligheid van personen niet in gevaar brengt. Als de conclusie is dat de wegbeheerder niet aan de zorgplicht heeft voldaan maakt dit de wegebeheerder aansprakelijk op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek.
Of de wegbeheerder aansprakelijk is, hangt af van verschillende factoren, zoals de ernst van de storm en of de wegbeheerder voldoende tijd heeft gehad om de gevaarlijke situatie aan te pakken. Als een storm bijvoorbeeld kort voor het ongeval plaatsvond en de wegbeheerder geen kans heeft gehad om de situatie veilig te maken, kan de wegbeheerder zich beroepen op overmacht.
Onderscheid tussen Artikel 6:162 BW en Artikel 6:174 BW:
Voorbeeld in Praktijk:
Bij modder op de weg na een overstroming zou artikel 6:162 BW van toepassing kunnen zijn als de wegbeheerder niet adequaat heeft gereageerd om de situatie veilig te maken, terwijl bij een losliggende stoeptegel (een gebrekkige opstal) artikel 6:174 BW van toepassing zou zijn.
Naast de wegbeheerder kan een andere weggebruiker ook aansprakelijk zijn voor een fietsongeval. Dit geldt vooral wanneer u door een gemotoriseerd voertuig bent aangereden tijdens de storm.
In dit geval is artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW) van toepassing, dat fietsers en voetgangers extra bescherming biedt ten opzichte van gemotoriseerde verkeersdeelnemers. Dit artikel stelt dat de bestuurder van een motorvoertuig in principe altijd aansprakelijk is voor de schade die fietsers en voetgangers oplopen bij een verkeersongeval, tenzij er sprake is van overmacht.
Zelfs als u als fietser deels verantwoordelijk bent voor het ontstaan van het ongeval – bijvoorbeeld doordat u geen verlichting voerden en de storm minder goed zichtbaar was – blijft de bestuurder van het motorvoertuig in veel gevallen aansprakelijk. De bescherming van zwakkere verkeersdeelnemers, zoals fietsers, weegt in Nederland zwaar.
Er zijn ook situaties waarin de fietser zelf aansprakelijk kan worden gehouden voor het ongeluk. Als u bijvoorbeeld bewust bent gaan fietsen tijdens extreem gevaarlijk weer, zoals een stormwaarschuwing van code rood, kan het zijn dat uw eigen gedrag als onvoorzichtig wordt gezien.
In dat geval kan een deel van de aansprakelijkheid bij de fietser zelf komen te liggen. Dit wordt geregeld onder het principe van eigen schuld, zoals beschreven in artikel 6:101 BW. Dit artikel stelt dat de schadevergoedingsplicht van een ander kan worden verminderd als de schade mede is veroorzaakt door een fout van de benadeelde zelf.
In een dergelijk geval kan de vergoeding voor letselschade worden verlaagd op basis van uw eigen gedrag.
Als u betrokken raakt bij een fietsongeval tijdens of na een storm, is het belangrijk om de volgende stappen te ondernemen om uw kansen op een succesvolle schadeclaim te vergroten:
Aansprakelijkheid bij een fietsongeval na een storm is vaak afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het ongeval. De wegbeheerder kan aansprakelijk zijn voor schade veroorzaakt door slecht onderhoud van de weg, maar dit is niet altijd het geval, vooral niet als er sprake is van overmacht door extreme weersomstandigheden. Ook de bestuurder van een motorvoertuig kan aansprakelijk zijn, dankzij de bescherming van fietsers onder artikel 185 WVW.
Tot slot kan eigen schuld van de fietser ook een rol spelen in de verdeling van aansprakelijkheid. Bij een fietsongeval na een storm is het altijd verstandig om direct bewijsmateriaal te verzamelen en juridische hulp in te schakelen om een aanspraak op vergoeding van schade veilig te stellen.