Door: André Rotte
Leestijd: 2 minuten
Op 9 september sprak de Hoge Raad zich uit in een schadevergoedingszaak over de vergoeding van advocaatkosten. Een motorrijder die was aangereden door een automobilist, claimde een deel van zijn advocaatkosten bij de verzekeraar waar hij zijn motor verzekerd had. Op zijn motorverzekering had hij ook een Schadeverzekering Opzittenden (SVO) en die dekking sprak hij aan voor de vergoeding. Zijn verzekeraar vond dat hij gebruik had moeten maken van de rechtshulp via zijn particuliere rechtsbijstandsverzekering bij dezelfde verzekeringsmaatschappij. Maar het slachtoffer had een eigen advocaat ingeschakeld. De motorverzekeraar wilde de advocaatkosten niet betalen. Daarom ging de motorrijder in hoger beroep. Via de Hoge Raad kreeg hij uiteindelijk toch zijn advocaatkosten vergoed.
Advocaatkosten vallen onder de buitengerechtelijke kosten (BGK). Kosten die u maakt om de schade te verhalen op de tegenpartij zonder dat er een rechter aan te pas komt. Onder de BGK vallen bijvoorbeeld ook het honorarium van een belangenbehartiger, kosten voor de medisch adviseur en kosten voor het opvragen van medische gegevens.
Volgens het Burgerlijk Wetboek horen deze kosten bij de schade en moet de aansprakelijke partij of zijn verzekeraar ze vergoeden. Heeft een slachtoffer voor een deel zelf schuld aan een ongeval? Dan vergoedt de aansprakelijke partij maximaal dat deel. In het voorbeeld van de motorrijder vond de verzekeraar van de automobilist dat de motorrijder zelf voor 50% schuldig was. Hij kon daarom de helft van de buitengerechtelijke kosten niet vergoed krijgen.
De Schadeverzekering Inzittenden (voor auto’s) en de Schadeverzekering Opzittenden (voor motoren) vergoeden letselschade na een ongeval. Kosten voor het vaststellen van de schade vallen hier ook onder. En daarmee ook kosten voor rechtsbijstand en inwinning van medisch advies. Omdat de motorrijder een rechtsbijstandsverzekering had, vond zijn motorverzekeraar dat hij die had moeten inschakelen.
De verzekeraar vond dat de motorrijder geen eigen advocaat had mogen inhuren. En wilde de resterende 50% van de advocaatkosten niet betalen. In eerste instantie oordeelde de rechtbank dat de verzekeraar hier gelijk in had. De motorrijder was het hier niet mee eens en ging in hoger beroep. De Hoge Raad stelde de motorrijder in het gelijk en de verzekeraar moest alsnog opdraaien voor 50% van de advocaatkosten en de kosten voor inwinning van medisch advies.
Conclusie: als een aansprakelijke partij (een deel van de) buitengerechtelijke kosten niet betaalt, kan een slachtoffer voor vergoeding terecht bij zijn SVI- of SVO-verzekeraar.
Wilt u meer weten over de buitengerechtelijke kosten na een letselschade en de vergoeding daarvan? Neem dan contact op met uw expert van Stipt letselschade.